Vertrouwen

Toen de eerste blanken Noord-Amerika binnentrokken en een hek om een stuk land zetten, keken de indianen verbaasd toe. Hoe kun je de aarde bezitten, vroegen ze zich af. Opvallend in dit voorbeeld is dat met het eigendom ook meteen het afschermen van eigendom plaatsvindt. Kennelijk loopt de eigenaar het risico dat zijn eigendom van hem afgenomen wordt.

Hoe zit dit met geestelijk eigendom? Een maf voorbeeld: jaren geleden las ik in de krant dat Michael Jackson (ja, die leefde toen nog) de rechten had gekocht van alle muziek van The Beatles. Terwijl Paul McCartney toen ook nog gewoon leefde. Vreemd, heel vreemd. Maar kennelijk kan dit in de wereld van het kapitalisme.

Toen ik twaalf jaar geleden begon met het schrijven van mijn boek was ik gewoon lekker creatief bezig. Ik voelde me vrij om te schrijven wat ik wilde. Toen ik een paar jaar geleden het idee had dat mijn boek klaar was en ik het wilde uitgeven gebeurde er iets raars. Mijn geesteskind, dat ik al die jaren in eenzaamheid had mogen koesteren, ging ik blootstellen aan het oordeel van de buitenwereld. Eerst liet ik het manuscript lezen door vrienden. Zij waren redelijk mild in hun reacties. Maar toen ik het liet doornemen door een redacteur kreeg ik mijn driehonderd pagina’s terug met op elke pagina gemiddeld tien met rode pen neer gekalkte correcties, aanwijzingen en soms botweg de mededeling: SCHRAPPEN!

Oké, het was even wennen, maar mijn boek werd er wel beter van. Het was nog steeds mijn geesteskind. Tot de dag dat ik het opstuurde naar de uitgeverij. Ik schreef er een begeleidende brief bij en voelde dat ik om toestemming zat te vragen: mocht mijn boek door de poort naar de wereld? Was het goed genoeg? Was ík goed genoeg? Naast dit vernederende proces bemerkte ik ook wat anders in mezelf: een sterke bezitsdrang. Het is wel míjn geesteskind, ja! Deze bezitsdrang zorgde voor verkramping. Ik voelde me niet vrij meer.

In mijn tuin oogsten mensen zelf de groente. Als nieuwe mensen een abonnement afsluiten vragen ze vaak: Hoeveel mogen we meenemen? Ik vraag dan: Hoeveel heb je nodig? Wat zou je willen meenemen? In mijn tuin is het sleutelwoord: vertrouwen. En steeds merk ik weer dat dit vertrouwen als vanzelf verantwoordelijkheid uitwerkt. Ik kijk niet hoeveel mensen meenemen en dat gaat meestal goed.

En ik vroeg me af: waarom doe ik dat niet ook met mijn boek? Waarom geef ik het niet gewoon aan de wereld? Het is toch geweldig als mensen het willen lezen? En laat iedereen het gewoon gratis en gul delen met anderen. Hoe meer mensen het lezen, hoe beter! Toen ik eenmaal zo ver was, week mijn verkramping en kwam het plezier weer terug.

Dus ik deel mijn boek met iedereen. Wil je het boek kopen, dan kan dat. Maar je kunt het ook gratis lezen, dan krijg je elke week een nieuw hoofdstuk opgestuurd.

Dit heb ik inderdaad gedaan. Toch blijkt in de praktijk dat mensen moeite hebben met dit concept. Is het koudwatervrees voor deze geef-economie? Of is het elke week een hoofdstuk lezen voor echte lezers niet fijn? Zelf vind ik het ook lastig: ik stuur elke week een nieuwsbrief maar hoor niets terug van de ontvangers.

Daarom stop ik nu met dit concept. Ik sta nog steeds volledig achter het idee: ik denk dat zonder vertrouwen de wereld onleefbaar wordt (en is dat ondertussen al niet vaak de werkelijkheid?) Ondertussen denk ik verder over hoe we dit wél kunnen doen.